Wij zijn er voor jou!      
🏠Home / Activiteiten / Lezingen

Welzijn

23 oktober    code: L4

Klimaat, biodiversiteit, milieu, gezondheid: landbouw is belangrijk, deel van de oplossing 

Wannes Keulemans, prof. em. KU Leuven

Verslag

De wereldbevolking neemt jaarlijks nog toe. Volgens predictieve modellen stagneert de toename in de verschillende werelddelen behalve in Afrika waar het bevolkingsaantal nog zal toenemen.
De voedselconsumptie (en vooral dierlijke eiwitten) stijgt met de levens standaard.
Zo wordt in Amerika en Europa meer eiwitrijk voedsel gebruikt en in Afrika het minst. We kunnen stellen dat er wereldwijd voldoende voedsel geproduceerd wordt maar het is niet gelijkmatig verdeeld. Men voorziet dat we evolueren naar 30% van de wereldbevolking die gebrek aan voeding hebben terwijl 40% lijden aan overgewicht. Voor onze samenleving kunnen we zeggen dat we ongezond leven door teveel suikers (snoep en frisdrank), teveel vetten en zout, teveel dierlijke eiwitten (rood vlees en bereidingen), te weinig plantaardige eiwitten en te weinig fruit en groenten. Een oplossing is intensievere maar duurzame landbouw en minder gebruik van dierlijke eiwitten. Het betekent intensievere landbouw met o.a. gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.
En wat we zelf kunnen doen: minder voedselverspilling. Ook hier is er meer verspilling als de levens tandaard toeneemt.
De situatie in Vlaanderen :we produceren vlees om 30 miljoen mensen gezond te voeden. De spreker besluit: meer intensieve landbouw en landbouw zeker niet intensifiëren (dus ook geen uitbreiding van bio) betekent betere bemesting, ziektebestrijding, precisielandbouw en veredeling. Veeteelt afbouwen en meer kip eten. Minder voedselverspilling en gezonder dieet. Biologische landbouw niet uitbreiden.
Spreker sluit af met de vaststelling dat het politieke beleid in Vlaanderen en Europa het noorden kwijt is omdat perceptie, vooringenomenheid en scoren belangrijker zijn dan onderbouwde data.
Leo Rouffa


27 november    code: L8

Darmcarcinomen en preventief onderzoek

Jeroen Dekervel, prof. arts specialist maag- darm- en leverziekten, UZ Leuven

Verslag

Professor Jeroen Dekervel is digestief oncoloog in het UZ Leuven. Hij staat in voor de behandeling van mensen met maag-, darm-, pancreas-, en leverkanker. Hij is verbonden als arts-onderzoeker aan de KU Leuven en probeert te voorspellen bij welke personen met kanker immuuntherapie goed zal werken. De lezing ging over dikke darm kanker en werd gegeven in een zeer verstaanbare taal. Er kwamen heel veel vragen die deskundig beantwoord werden.
De dikke  darm is het laatste stuk van de darm en heeft als belangrijkste functie water uit de stoelgang te halen. Dikke darmkanker komt redelijk frequent voor en staat zo op de derde plaats wereldwijd van de voorkomende kankers. In 2014 werden meer mensen met dikke darmkanker geregistreerd ten gevolge van de opstart van het bevolkingsonderzoek. In 2020 werden er minder geregistreerd door corona waardoor mensen zich minder lieten screenen. Dikke darmkanker is een behandelbare kanker maar er is toch een redelijke mortaliteit. 9.4%  van de patiënten overlijden hieraan. Darmkanker ontstaat het merendeel door ontaarding van goedaardige gezwellen, poliepen. Een coloscopie toont bij 50% van de mensen poliepen. 4% daarvan maken kans op dikke darmkanker. Bij een coloscopie worden poliepen weggenomen zodat ze niet kunnen ontaarden.
Waarom krijgen we darmkanker? Er is geen eenduidige duidelijke trigger. Meestal is het een samenloop van meerdere zaken. Er kan een aanleg voor zijn bij sommige mensen of families is er een foutje in het lichaam waardoor de cellen gemakkelijker gaan delen. Er spelen omgevingsfactoren mee, bijvoorbeeld roken, veel rood vlees eten, alcohol drinken, hoog verwerkt voedsel eten, obesitas of te weinig fruit en groenten eten. Of je kunt gewoon pech hebben.
Screening is gestart in 2014. Als er gescreend wordt ben je er sneller bij en kunnen de poliepen verwijderd worden. Bij iedereen een coloscopie uitvoeren is te invasief. We starten met een stoelgangonderzoek waarbij microscopisch de aanwezigheid van bloed kan vastgesteld worden. Dit is een pijnloos en laagdrempelig onderzoek. Bij afwijking wordt er een coloscopie uitgevoerd. Dit is een onderzoek waarbij de voorbereiding meestal het lastigste is. Het wegnemen van de poliepen is pijnloos. Het is belangrijk dat er een screening is omdat mensen met darmkanker heel minimale of zelfs geen klachten hebben. De belangrijkste symptomen zijn: zichtbaar bloedverlies, buikpijn, verandering in het stoelgangspatroon, gewichtsverlies en bloedarmoede en ijzertekort.
De behandeling hangt af van het stadium waarin de kanker zich bevindt.
Er zijn 4 stadia.
Stadium 1: geen uitzaaiingen, kleine tumor in de darm maar geen aangetaste klieren.
Stadium 2: geen uitzaaiingen, grote tumor in de darm maar geen aangetaste klieren.
Stadium 3: tumor in de darm met aangetaste klieren.                                              
Stadium 4 uitzaaiingen in het buikvlies, lever botten.
Stadium 1,2 en 3 wordt geopereerd. Het stuk darm wordt weggesneden. Dit wordt onderzocht en afhankelijk van dat resultaat wordt verdere behandeling vastgelegd. De verdere behandeling bestaat uit chemotherapie. Chemo vermindert het risico maar sluit herval niet uit. Bij stadium 4 bestaat de behandeling uit medicatie met operatie indien mogelijk, chemotherapie, gerichte therapie en immuuntherapie.
Jano Vantieghem


29 november

Hoe reageert het menselijk lichaam op een infectie met het covid-virus en op een vaccinatie?

Meer

Het immuun antwoord op een virus infectie bestaat uit verschillende stappen van herkenning van de indringer en activatie van de verdedigingslinie’s, maar is essentieel gelijkaardig aan de reactie op een vaccinatie. Er worden eerst verdedigingscellen geactiveerd en later worden er ook antistoffen gevormd. De hoeveelheid van beide is echter sterk verschillend van individu tot individu, en kan zelfs met een factor 10.000 verschillen. De reden daarvoor is nog niet totaal helder, maar dit verklaart ook waarom bepaalde mensen gemakkelijk ziek worden of herhaalde infecties krijgen ook ondanks vaccinatie. Bepaalde medicatie, ziektetoestanden, hogere leeftijd of transplantatie maken dat een persoon veel gevoeliger is aan infectie, omdat zij de activatie van verdedigingscellen afremmen. Bij hen is vaccinatie (en herhaaldelijk) dan ook uiterst belangrijk, maar niet ieder vaccin is aangewezen. Iedere vaccinatie (zoals elke medicatie ook) heeft nevenwerkingen, maar deze vervallen in het niet tegenover de gevolgen van een infectie.


22 januari    code: L14

Eenzaam oud worden   

Jessie Desutter, prof. psychologie KU Leuven

Verslag

Ouder worden betekent geregelde confrontatie met verlies. Soms gaat het over kleine ‘verliesjes’ maar soms raakt dat verlies de kern van ons bestaan, de kern van onze identiteit, de kern van wie we zijn. We verliezen mensen rondom ons en we verliezen de activiteiten die ons leven zin en betekenis geven, we verliezen een stukje van onszelf. Hoe we het verlies ervaren is afhankelijk van hoe we in het leven staan. We leren omgaan met klein verdriet. We ventileren hierover en er zijn oplossingsstrategieën. Leren omgaan met klein verdriet heeft impact op het betekenissysteem van mensen. 
Betekenissystemen zijn: ideeën, overtuigingen, cognities. Dit betekenissysteem is een soort bril die we opzetten waardoor we naar de wereld rondom ons en naar onszelf kijken. Hoe de filters in onze bril zijn, komt voort uit onze opvoeding. We kunnen ons betekenissysteem wat veranderen en aanpassen door ons te spiegelen aan andere betekenissystemen bij andere mensen.   Wat geeft betekenis aan ons leven? Dat zijn de levensdoelen, de ultieme doelen. Dit kan heel verscheiden zijn. Vb. Alle mensen moeten gelijke kansen krijgen, Ik wil mijn kinderen grootbrengen tot fijn mensen … deze doelen vormen de rode draad doorheen alles wat je doet. Ze zijn de rode lijn in onze manier van leven. 
Hoe ervaren we dat ons leven zinvol of betekenisvol is?  
Dit is gebaseerd op 3 componenten: coherentie, doelen en waarde. 
Coherentie is het gevoel van samenhang in ons leven. Het biedt een zekere structuur. Er zit een samenhang in. 
Doelen zijn er als er betekenis is.  Ze bepalen wat je doet en hoe je zaken doet.  
Waarde betekent ‘ik ben van belang’. Het kan gaan over overkoepelende waarden zoals een geloof of een godsdienst of het kan gaan over de waarden die er zijn in relaties vb. Grootouder- kleinkind. Het geeft significantie aan het bestaan. 
De ervaring van de ‘betekenis in het leven’ is van cruciaal belang. We maken daardoor minder kans op depressie en andere psychische problemen maar ook de fysieke gezondheid heeft er baat bij. Betekenis is vitaal voor onze gezondheid. Verlieservaringen die het fundament onderuit halen geven het gevoel dat alle zin, alle betekenis uit het leven verdwijnt. Zo’n grote verliezen zijn chronisch. Het is niet te repareren zoals bij kleine verliezen, we kunnen niet dezelfde strategie hanteren.  Om hiermee om te gaan moeten we weer bruggetjes proberen te bouwen over de kapotte fundamenten. Kleine steentjes leggen zodat we toch weer vooruit geraken.  We kunnen dit doen door de situatie waarin we terecht gekomen zijn opnieuw te bekijken. Het doet pijn maar heeft het toch iets opgeleverd. Het verhaal van de vrouw die blind geworden is en altijd heel veel gelezen heeft en daardoor ook betekenis heeft in het leven; luistert nu naar podcasts en luisterboeken. Er is een nieuwe betekenis want ze heeft nieuwe mensen en nieuwe verhalen leren kennen.  
We moeten ons de vraag stellen kan ik deze moeilijke situatie dit verlies anders bekijken? Een verlies kan op een moment in het leven komen waar alles perfect en rustig verloopt. Doordat er ineens iets heel erg gebeurt, lijkt het leven alleen maar één groot gapend gat. Het verhaal van de man die door een auto ongeluk niet meer kan werken maar daardoor de energie vindt om meer met zijn zoontjes echt bezig te zijn, echt te weten wat ze doen en deel uit te maken van waar zij mee bezig zijn. We kunnen bij zo’n situaties her schakelen, het doel herformuleren. Het is niet bevorderlijk als je blijft focussen op het verlies zelf. Je telkens opnieuw afvragen ‘waarom ik’ of ‘waarom gebeurt dit’ maakt het moeilijker om nieuwe doelen te stellen. Piekeren is een slecht gegeven in zo’n situaties. Om nieuwe doelen te kunnen stellen of opnieuw zin te geven aan ons leven na een groot verlies moeten we op zoek naar bronnen van ‘betekenis’. Bij wereldwijde studies en bevragingen bij mensen over wat betekenis geeft in het leven kwamen drie bronnen naar voor: Familie, werk, relaties. Bij ouderen waren dit: familie, gezondheid en persoonlijke relaties. Ook mensen met dementie gaven deze bronnen aan. Hieruit concluderen we dat MENSEN de belangrijkste bron zijn om zin te geven aan ons leven.  
Hoe kunnen we deze zingeving concreet stimuleren in het dagelijks leven? We doen dit aan de hand van 3 handvaten, heden, verleden en toekomst. 
et verleden: het is gemakkelijk om terug te kijken. We noemen dit reminiscentie vb. door fotoalbums te bekijken of een levensboek te maken.  Het liefst samen met anderen en te vertellen hoe je leven was. Er bestaan ook reminiscentiekoffers,  die bestaan uit materiaal dat verwijst naar vroeger. Het triggert herinneringen van vroeger. 
Het heden: hier investeren we in onze bronnen! Actief tijd doorbrengen met wat ons betekenis geeft, vrijwilligerswerk doen (groot of klein) geeft ons vooral het gevoel dat we er toe doen. Mind/body activiteiten uitoefenen zoals yoga of meditatie of wandelen. Gewoontes zijn ook van belang. Vaste routines geven zin in het leven. 
De toekomst: Hier kijken we wat onze doelen nog zijn. Waar willen we echt nog voor gaan? Hiervoor moeten we selecties maken en kijken of we het nog kunnen  of hoe we dit nog kunnen bereiken? Misschien kan het niet meer in de vorm zoals we het voor ogen hebben maar het kan wel nog op een andere manier. We kunnen hulpbronnen of andere mensen inzetten of we kunnen ons doel iets aanpassen.  
Maar als het verlies toch blijft wegen. Dan is het belangrijk om ondersteuning te zoeken. Psychologische ondersteuning kan de veerkracht opnieuw verhogen. Hiervoor kunnen we terecht bij de huisarts, de psycholoog, CGG, eerstelijnszorg of teleonthaal.  
Behandel je verdriet al een tere plant en geef hem water. Hij zal er kleurige en geurige bloemen voor teruggeven
Jano Vantieghem


26 februari code: L18

Migraine

Dr. Liesbet Vanderwegen, neuroloog

Verslag

Migraine is een vorm van terugkerende hoofdpijn met tussentijdse aanvallen die enkele uren of langer kunnen duren. De oorzaken zijn niet helemaal duidelijk maar het komt meer voor bij vrouwen dan bij mannen. Migraine begint dikwijls voor 20 jaar en vermindert rond 40 jaar.
Een migraineaanval begint met verwittigingen gevolgd door een aura en tenslotte de aanval zelf.
Verwittigingen kunnen vermoeidheid, tintelingen of lichte hoofdpijn zijn maar iemand die regelmatig migraine aanvallen krijgt weet heel goed het verschil tussen ‘gewone hoofdpijn’ en migraine. Symptomen van de aura: misselijkheid, tintelingen, smaakproblemen, braakneigingen. En dan komt de fase van de migraine die meerdere uren kan duren. Men ervaart een kloppende hoofdpijn dikwijls in één helft van het hoofd, geen licht of geluid kunnen verdragen, zich misselijk voelen.
Migraine kan zich ook aandienen zonder verwittigingen zoals de aura ook niet altijd gevolgd is door migraine.
Wat de oorzaak is van migraine is niet steeds duidelijk. Stress en vermoeidheid spelen zeker een rol en vrouwen zijn gevoeliger voor migraine in de periode dat ze ongesteld zijn. Ook erfelijkheid speelt een rol gezien migraine in sommige families meer voorkomt dan in andere. De behandeling van migraineaanvallen is in de eerste fase zeker pijnstillers en eventueel medicatie tegen misselijkheid.
Spreekster vraagt ook aandacht voor het sociale aspect van migraine want een aanval werkt verlammend. Les geven, kinderen opvangen, contact met mensen en noem maar op zijn omzeggens niet mogelijk .
Om geen andere hersendysfuncties over het hoofd te zien raadt spreekster aan in ieder geval een CT-scan te ondergaan.
Leo Rouffa.


25 Maart code: L22

‘ALS, progressieve neurologische aandoeningen. Hoe omgaan met de voortdurende aftakeling en nieuwe inzichten in de behandeling?’

Prof. Philippe Vandamme, neuroloog UZ Gasthuisberg

Verslag

Professor Vandamme is neuroloog en coördinator van het Neuro Musculair Centrum van UZ Gasthuisberg. ALS is een degeneratieve aandoening die steeds meer in de aandacht komt.  Hierbij worden patiënten geconfronteerd met voortdurend verlies van functies.
ALS is geen spierziekte maar een hersendefect. Onze hersenen bevatten 86 miljard hersencellen waarvan er ongeveer 100.000 gebruikt worden om het motorische systeem (onze spieren) aan te sturen. Dit motorisch systeem bestaan uit twee schakels. Enerzijds is er de motorcotex en anderzijds het ruggenmerg. De motorcortex kunnen we beschrijven als de cockpit van waaruit de commando’s en signalen uitgestuurd worden.
Wat is een neurodegeneratieve ziekte?

  1. Dit is een aandoening waarbij de hersenfunctie  achteruitgaat. Dit kan zowel voor geheugen of voor het motorische systeem gaan. Alzheimer is een voorbeeld van achteruitgang in de hersenscellen verantwoordelijk voor ons geheugen. ALS is een voorbeeld van achteruitgang in de hersenfunctie  van de motorische hersencellen. 
  2. Een bepaalde groep van herencellen verdwijnt sneller.
  3. Vaak heeft het te maken met de klontering van eiwitten die een rol spelen bij de overdracht van prikkels.

De symptomen van ALS zijn:

  1. Krachtsverlies dat op verschillende plaatsen kan starten. Als het start in de spieren van het gelaat dan spreken we van Bulbaire ALS. Als het start in handen voeten of benen dan spreken we van Spinale ALS.
  2. Fasciculaties: Dit zijn kleine golvende bewegingen in de spieren. Dit gebeurt doordat er prikkels ongecontroleerd afgevuurd worden.
  3. Spierkrampen
  4. Soms ook veranderingen in gedrag en cognitie
  5. Spieratrofie.

Het ziekteverloop kan grillig zijn maar het breidt steeds verder uit. Ook als het bulbair start kan het, het ganse lichaam treffen. In de laatste fase van de ziekte wordt de ademhaling aangetast en dit leidt dan meestal tot de dood. Het is niet zo dat patiënten stikken maar door het verzwakken van de ademhalingsspieren en het diafragma is de ademhaling minder krachtig. De hoestkracht wordt veel zwakker waardoor er respiratoire ontstekingen optreden. Ook de slikfunctie wordt zeer zwak waardoor er gevaar bestaat voor slikpneumonie en waardoor de patiënt niet goed meer kan eten. Door dit ganse systeem wordt de koolzuuruitwisseling verstoord waardoor de ademhaling stil valt.
Hoe krijgt iemand ALS? Hierbij zijn zowel erfelijke factoren, omgevingsfactoren en veroudering mogelijk oorzaken. De erfelijke vorm komt ongeveer 60% van de gevallen voor. De omgevingsfactoren zijn niet zo duidelijk. Roken zou een beïnvloedende factor zijn maar het verband is niet zo duidelijk aantoonbaar. En de veroudering speelt ook een rol. Hoe het mechanisme echt werkt is nog altijd een beetje een enigma. Het heeft te maken met de eiwit deficit of veranderingen in het eiwit. Het onderzoek komt de laatste jaren in een stroomversnelling. Dit komt doordat het erfelijk materiaal beter onderzocht kan worden. Men heeft geen mogelijkheid om stamcellen te onderzoeken in de hersenen als de patiënt nog in leven is. Wat echter mogelijk geworden is dat men vanuit een huidcel bindweefselcellen kan selecteren en daaruit stamcellen en daaruit motorische zenuwcellen kan selecteren in het laboratorium waar men dan proeven op kan doen met medicatie.
Wat zijn de behandelmogelijkheden voor ALS:
De ziekte kan nog altijd niet genezen worden. De behandelingen kunnen het comfort verhogen en de levensduur verhogen.

  1. Riluzole. Dit zorgt voor een verlenging van ongeveer 3 maanden
  2. Multidisciplinaire zorg verlengd het leven 5 maanden
  3. Ventilatie verlengd 3 tot 6 maanden
  4. Maagsonde
  5. Symptomatische therapie
  6. Palliatieve zorg. Dit is een moeilijk element maar men probeert reeds bij de vroegtijdige zorg te bevragen wat de patiënt zelf wil. Hieruit blijkt dat 22% kiest voor euthanasie, 24% voor palliatieve zorg, 15% voor palliatieve sedatie.

Het onderzoek heeft ook eindelijk een positieve uitkomst gegeven voor een erfelijke vorm van ALS waarbij er een stop kon gezet worden aan de verdere aftakeling en zelfs een heel voorzichtige vooruitgang in de spierkracht merkbaar was.
ALS is een zeer snel evoluerende neurodegeneratieve aandoening waarbij de patiënt maar ook de ganse familie en omgeving van de patiënt moet omgaan met de voortdurende aftakeling en verlies van  functies.
Jano Vantieghem


22 april code: L24

Depressie en Stemmingsstoornissen

Prof. dr. Stephan Claes

Meer

Depressie is een verzamelnaam van verschillende gemoedstoestanden die zich op verschillende manieren kunnen uiten. Denken we aan de gedrukte stemming tijdens de winter of een periode in ons leven dat we het niet zien zitten, passief en triestig zijn zonder dat we een oorzaak kunnen aanduiden. Kortom depressie is een verstoring van ons gevoelsleven en kan verschillende oorzaken hebben: stress, angst, rouw of depressie zonder zichtbare reden.
Depressieve periodes en stemmingsstoornissen vragen een medische behandeling. Dat kan zijn in de vorm van medicatie of andere therapie mogelijkheden.

Copyright 2024